/ Bangladesh

Bengaalse middenklasse: interessant, maar met mate

Recept: neem een land met een ontzettend grote natuurlijke rijkdom en een even ontzettend arme maar diepgelovige bevolking. Strooi een beetje eenzijdige ontwikkeling in het rond en laat ondoordacht en te snel sudderen. Aanbranden mag. Vermijd ten allen tijde de implementatie van sociale structuren, normen rond hygiëne, veiligheid en gezondheid. Verspeel zeker geen tijd met duurzaamheid, anders zou dat land wel eens een voorsprong kunnen nemen de komende decennia.

Je hebt de perfecte basis voor een steeds armer wordende basisbevolking, een veel te vlug rijk wordende, verward-hypocriete, egoïstische maar nog steeds gastvrije en eigenlijk bijzonder lieve middenklasse in een asociale en kortzichtige samenleving waarin burgerzin een flinke duik neemt onder het zeeniveau. Zelf namen we een ondiep duikje bij St-Martinseiland om te genieten van de koudste koraalriffen waarbij we ooit doken, maar ook om even te ontsnappen aan de arrogantie van die steeds rijker wordende middenklasse... We mochten gelukkig de laatste week in Bangladesh ook wel meermaals proeven van de gastvrijheid van diezelfde middenklasse. Welkom in Bangladesh.

Na de schitterende ervaring met de inherent integere mensen van Char Manpura en de intense menselijkheid van de Mru's en andere stammen, was het een lichte ontnuchtering de Bengaalse middenklasse te ontmoeten in St-Martins Island en Cox's Bazar. Wat een naam heeft die laatste ook, met hotels die klinkende namen hebben als "Cox's Today" of "Cox's wave"!? Zelf dachten we eraan om ergens een hotel "Cox's splash", "Long Cox's" of misschien zelfs "Nuts Place" of "Nuts Beach" te beginnen. Hoe dan ook, Cox's bazaar vonden we een eerder deprimerende plaats, een soort van bijzonder vlug uitbreidend Bengaals Blankenberge met door de middenklasse genegeerde hutjes van arme gezinnen met daarbij kleine perceeltjes landbouwgrond tussen de vele hoge flats. Steeds hoger, steeds meer, maar voorlopig nogal leeg, die flats, duidelijk gebouwd rekening houdend met de sterk stijgende, decadente middenklasse.

Een Bengaalse middenklasser vindt doorgaans dat hij (of zij) zelf alles mag en kan, en dat alles en iedereen voor hem (of haar) moet wijken. Je vindt het op nog plaatsen in de wereld, maar Bangladesh is hier toch wel veruit kampioen, voor zover wij weten. De standaard 'one picture' - ongeveer elke 250 meter of elke 2 minuten, wat er eerst komt van de twee - ontaardde vaak al vlug door het omsingeld worden door tientallen foto's nemende Bengalen.
Elk om beurt, of per twee, of per drie, of in elke denkbare samenstelling bleven ze die ene 'one picture' nemen, hetzij met ons, hetzij met Kurt, hetzij met Ruth. Soms begonnen ze ons echt te bevelen: "One picture, stand there, do like this.... You have to, he's my uncle!!". Een repliek als: "I'm not a dog and you're not my boss!", verder wandelend en een verbaasde menigte achterlatend, volstond doorgaans, gelukkig. Geld vragen om ze foto's te laten nemen kon ze mogelijks ook afschepen, hoewel... We hebben het niet veel geprobeerd, maar in onze ervaring zouden ze je effectief wel betalen om een foto van je te nemen. Die ene keer dat we het echt serieus probeerden, lieten we ze het geld geven aan 2 arme kinderen die schijnbaar zonder tussenkomst van een volwassene een theehuisje runden. Zo hielpen we die rijke Bengalen om een beetje te werken aan hun sociaal systeem.

Maar we genoten ook van diezelfde middenklasse. We werden veel uitgenodigd en bijna vereerd. Dat laatste, dat is minder aangenaam, maar door de uitnodigingen konden we oudejaar vieren met een familie die een muziekinstallatie had gehuurd om op het strand van St-Martins Island een Bengaalse beachparty te bouwen. Voor de rest was er weinig te beleven op St-Martins Island, dé vakantiebestemming voor de Bengalen, op Cox's Bazar na dan toch. Hoewel ze moslims zijn en alcohol voor hen verboden is, gingen de flessen Shivaz-Regal er vlug door. Hoewel ze moslims zijn en de vrouwen zich eigenlijk moeten bedekken en zeker niet mogen verleiden, werd er, voornamelijk door de vrouwen, erg uitdagend gedanst. Maar ook mogelijks doordat ze moslims zijn werden we op hun feestje uitgenodigd, met eten, drank en dans en werden we behandeld als ware gasten. We bleven niet te lang op hun feestje, want de volgende dag, op 1 januari, gingen we om 7u00 duiken. Het water was nog geen 25°C en het weinige koraalleven bleef dan ook beperkt tot de ondiepe wateren (3-5m). We weten nu ook zeker dat Bangladesh nooit een topduikbestemming zal worden, of het moet wel echt heel hard gaan met de opwarming van de aarde.

Dat dansen op oudejaar, daar werden we een kleine week later in Dhaka nog aan herinnerd. Dhaka lijkt van bovenaf gezien wel een mierennest, behalve dan dat een mierennest wel een structuur lijkt te hebben. En het aantal KFC's in Dhaka overstijgt vlot het aantal flauwe en voorspelbare moppen in een aflevering van 'de Kampioenen'. In Dhaka werden we door Iffat, iemand die we in Nepal hadden ontmoet, uitgenodigd voor een etentje. In ware Bengali-stijl gingen we naar een KFC, Eén van de zovele in Dhaka. We waren nog niet begonnen met eten of we kregen al bezoek. Daar stond dan iemand die ons had herkend, in een stad van 16 miljoen inwoners was net op dat moment ook iemand aanwezig die ons in St-Martins Island had zien dansen. Gelukkig bleef het bij een korte babbel. De Bengaalse middenklasse is even interessant en voorspelbaar als een aflevering van 'de Kampioenen'.

We zien ze graag, de Bengalen, maar we merken een in materialisme vervagende gastvrijheid. We zien kansen en een onwetende bevolking met een patentwaardig talent om die kansen te negeren en te verspelen. We horen een Bengaalse middenklasse die de schuld altijd op anderen steekt, zoals de corrupte(?) regering of het rijke westen. We horen hoe graag ze vertellen hoeveel bloed er is gevloeid voor de onafhankelijkheid en hoe arm en corrupt het land is, terwijl ze zelf geen greintje verantwoordelijkheid nemen of engagement aangaan. Ze hebben het land in handen en ze laten het vallen, of erger nog, verbrijzelen het. We zien een hoofdstad die een afspiegeling is van de richting die het land evolueert, en dat is niet in een aangename, maar een richting waarin de wet van de sterkste materialist overheerst. We zien een land dat, als het dezelfde koers blijft varen, niet enkel zal onderlopen, maar wellicht ook zal overkoken. Het zou jammer zijn zo'n stukje potentieel paradijs te verliezen.

Nog steeds in Dhaka, maar los van Bangladesh, scheerde de arrogantie en ongastvrijheid van de Indische ambassade hoge toppen, zoals we de Indiërs kennen, en stak diezelfde arrogantie en ongastvrijheid mijlenver uit boven de Bengalen middenklasse. Het heeft ons 3 dagen, veel tijd en nog meer geld gekost om ons transit-visum voor India niet(!) te verkrijgen. We zouden nog geen 24 uur in India zijn... Veel woorden zullen we er niet aan vuil maken. Onze eerste echte bron van frustratie tijdens onze trip, wegens de onmacht, onrechtvaardigheid en hondse behandeling - een hond wordt in India niet echt fijn behandeld - was een feit. Wellicht omdat ze wisten dat we onze vlucht de zaterdag hadden, wilden ze ons visum pas geven de zondagmorgen! Yups, we kennen ze, de Indiërs en hun 'incredible India'. Een spijtig einde van een fantastisch Bangladesh, maar we weten zelf heel goed hoe we Bangladesh zullen herinneren en 'incredible India' heeft ons nog maar eens het contrast met menselijkheid duidelijk laten voelen.

Samenvatting van onze tijd in Dhaka, een ware jungle in onvervalste Bengali-stijl:

  • 10% slapen;
  • 30% vastzitten in het verkeer - zo erg hebben we het nog nooit gezien, dit is echt onvoorstelbaar. Dhaka is het centrum van anarchie en de hotspot van pollutie in alle vormen en maten. De Bengalen zelf vinden regels, en zeker verkeersregels, een soort van vervuiling. Ze steken alles op 'de regering en de corruptie', maar zelf weigeren ze regels te volgen of zelfs enige vorm van taks te betalen. Een traject van zo'n 6-8 kilometer - zelfs niet(!) in het spitsuur - duurt een tweetal uur in het verkeer wegens teveel verkeer en anarchie. Wandelen gaat doorgaans vlugger in Dhaka;
  • 20% online bezig zijn met het verkrijgen van een registratie en afspraak voor ons visum voor India;
  • 30% wachten en discussiëren in de Indische ambassade;
  • 10% overige, zoals eten, drinken, slapen, een etentje met Iffat en ons frustreren over de incredible Indiërs en hun ambassade in Dhaka.

Samenvatting van de samenvatting van onze tijd in Dhaka: 'Dhaka is kaka'.

Dit voelt voor ons aan als 'einde deel 1', want we moesten we vliegen. In Dhaka hadden we een nieuwe vlucht geboekt, niet via Kolkatta maar rechtstreeks naar de volgende bestemming. De trip met het vervoer over land zit er voorlopig op. We kunnen niet (legaal en zonder gids) over land naar Myanmar, hoewel we op nog geen 100m van de grens hebben gezeten. We konden overzwemmen, maar dan zouden we in een mijnenveld gestaan hebben en illegaal in het land zijn, Dat hebben we maar vermeden.

We zijn aangekomen in de uitvalsbasis voor Myanmar en voor de rest van onze reis. Een plaats die we als hub gaan gebruiken de komende twee maanden. Een plaats waar we ook Lotte, een vriendin uit België, zullen ontmoeten. Het is voor ons een gevoel alsof we een beetje terug thuis zijn, met de elementaire luxe, warm water, vuilnisbakken en kledij zoals we het kennen van thuis. We waren zelf even, heel even, geshockeerd door de schaars geklede vrouwen en mannen toen we van de luchthaven de trein namen naar de binnenstad. We zijn het niet meer gewoon en we kunnen best wel snappen dat een topje en een short immens onzedige kledij is voor mensen die hun leven lang niks anders hebben gezien dan wat wij de laatste maanden hebben meegemaakt. We zijn geland in Bangkok, voor ons een oase van rust, properheid en organisatie. Heerlijk.


Recipe: Take a country with a poor population but incredibly rich natural resources. Add some random, biased development and let it cook, if possible, too fast. Don't bother about the implementation of social structures, standards for hygiene, safety or health and certainly don't put any development. The country might be getting ahead of yourself. This is the base for a population with more and more poor and poorer people, and a middle class that gets rich too fast. This results in a confused-hypocrite, selfish but still hospitable and actually rather sweet people living in a asocial and short-sighted society, where citizenship drops well below the sea level. We, ourselves, took a dive under too see the coldest corals we ever dived in, and to escape from the Bengali middle class.

Still, the unfriendliness of the Indian embassy is well, amazingly high. Very short: it took us 3 days and a lot of money not(!) to get our transit-visa for India. We wouldn't have even been 24 hours in the India and probably because they knew our flight was on Saturday, they only wanted to give our visa on Sunday morning.

Anyway, we made it to Bangkok by booking a new flight, not via India, oasis of peace, order, cleanliness and quietness. We love it!

Bengaalse middenklasse: interessant, maar met mate
Share this