/ Indonesië

Dwars door Java

We konden blijkbaar niet genoeg krijgen van de stinkende, giftige zwaveldampen die oh-zo typisch zijn voor vulkanische activiteit. We begaven ons dus naar het Dieng-plateau waar niet enkel de dampende mudpools en 'steam factories', maar evenzeer de landbouwterassen, die zowat elke vierkante meter grond benutten, machtig waren.

Gecultiveerd land, niet eentonig en spectaculair mooi. Uiteindelijk verlieten we Dieng nadat we daar al een dag langer waren gebleven dan gepland, om nog een paar dagen uit te rusten in Pangandaran en af te sluiten in Bogor. Dat laatste voornamelijk om een verblijf in Jakarta te vermijden.

Een nieuwe zonsopgang stond ons op te wachten in Dieng. Indonesië heeft best wel iets grappigs. Zowat voor alles moet je betalen, en zo ook voor 'een zonsopgang'. Als er ergens een plaatsje is waar het mooi is, betaal je vaak ook wel, maar als je zo'n plaatsje bezoekt bij zonsopgang, dan is er zeker iemand met ticketjes en een soort van zelf uitgevonden officieel shirtje die centen vraagt. Uiteraard ook zo in Dieng, maar gelukkig blijft de prijs doorgaans heel erg beperkt. En we hadden een bijzonder aangename gids mee van het hotel waar we verbleven, dus dan vind je het allemaal minder erg.

Gids Dwi wist ons wel leuke verhaaltjes te vertellen. Het leek alsof hij teveel aan de paddenstoelen had gezeten, maar omdat we hem nooit anders bezig zagen, en het niet continu cynische of sarcastische onzin was dat hij wist te vertellen, houden we het erop dat hij gewoon een toffe gast is, met een door ons bijzonder geapprecieerd gevoel voor humor. Zo zijn we er nog niet veel tegengekomen. Of het met de zwaveldampen van het gebied te maken heeft, of met het onbeschrijfelijk landschap, we weten het niet, maar het Dieng-plateau en omgeving zijn fenomenaal.

Bergen en ruwe rotswanden met landbouwterrassen. Het zijn voormalige rijstterrassen, maar nu wordt er van alles verbouwd en steeds meer aardappelen. De kleine landschapselementen, boompjes en rotsen tussen de landbouwterrassen door, geven het een natuurlijk en evenwichtig uitzicht.
Maar Dieng heeft meer te bieden: het is er nog sterk vulkanisch actief, voornamelijk ondergronds. Hier en daar zijn er mudpools, grote kokende, of toch erg warme, moddervijvers waaruit vulkanische gassen ontsnappen. Dit alles is doorspekt met stoomfabrieken: zo'n 2 km onder het plateau zit, door een simpele combinatie van water en vulkanische activiteit, hete stoom. De stoomfabrieken zijn niks meer dan kleine industriële gebouwtjes, of eerder een aantal leidingen, van waaruit de stoom naar de oppervlakte wordt geleid. Vanaf die fabriekjes, wordt de stoom naar de stroomcentrale geleid, waar de stoom gebruikt wordt om stroom (elektriciteit) op te wekken. Het water wordt terug in de ondergrond gepompt. De terrassen, dampende moddervijvers en de kleine industriële gebouwtjes die met pijpleidingen verbonden zijn met de stroomcentrale maken van Dieng een schitterend plateau, een unieke cultuur-natuur-combinatie.

Om een paar dagen te rusten, planden Elise en Thomas een stop bij Pangandaran. Eens dé place to be voor strandtoerisme, maar nu is het er vrij rustig aangezien Bali tegenwoordig de rol van place to be heeft overgenomen. We huurden er met ons vieren een prachtig huisje met veel luxe voor weinig geld. Na 11 maanden on the road vonden wij twee het heerlijk om ons wat huiselijk te settelen en deden we niet veel.
Elise en Thomas verdwaalden even in het nationale park waar tamme herten, verschillende apen en zelfs bloeiende rafflesia's te bezichtigen waren. Samen huurden we wel nog een brommerke om te tuffen langs goede en minder goede wegen naar 'the green canyon'. Een coole kloof waar we zwommen langs watervalletjes en ons wildwaterbaangewijs terug lieten brengen tot bij het bootje. Op zijn Indonesisch werd weer een ticketje 'wachttijd bij het zwemmen' uitgevonden maar ondertussen weten we die pogingen tot extra inkomsten voor de lokalen weg te slaan op een beleefde maar kordate manier.

Om niet in Jakarta te moeten verblijven, noch om er enige andere vorm van activiteit uit te oefenen behalve dan overstappen van transportmiddel op transportmiddel, brachten we een blitzbezoek aan Bogor. Het duurde wel even voor we er raakten maar de verkeersknoop is er zeker minder groot dan in hectisch Jakarta. Heel veel valt er in Bogor eigenlijk niet te beleven maar we konden genieten van de botanische tuinen in deze typische Indonesische stad: te lawaaierig, te druk en voor de rest oersaai.

We vonden het bijzonder fijn om even op sleeptouw te zijn genomen door Elise en Thomas! Absoluut een schitterend intermezzo tijdens de reis en niet in het minst heeft het vulkanische Java daar aan bijgedragen. Bij deze nog maar een dankjewel aan Elise en Thomas, voor een schitterende planning en drie rustgevende, ligretto-volle weken. Tot op 4 juli, wanneer we terug in België zijn!


It seems we couldn't get enough of smelly, toxic sulphur fumes that are inextricably intertwined with volcanic activity. So we visited the Dieng-plateua, where not only the damping mudpoold and steam factories make the scenery incredibly spectacular, but also the paddy fields, using about every square inch of the rough and rocky mountains surrounding the area.

We left Dieng after we've been staying there for a day longer than planned so we could get a rest at Pangandaran. A short beach holiday, doing not much, really, but we liked it. Finally, we got to Bogor, not because we thought it would be an amazing city, but mainly because we wanted to avoid Jakarta. Yups, we liked it, and many thanks to Elise and Thomas to let us join them on their holiday.

Dwars door Java
Share this