/ Iran

Hete winden vangen in Yazd

Als je als buitenaards wezen de aarde bezoekt en landt in Yazd, één van de oudste, zoniet de oudste nog bewoonde stad, dan zou je denken dat zwart de modekleur voor de vrouwen is van 2011 in Iran. Niks is echter minder waar. De ingenieuze, maar op zich eenvoudige systemen die zijn gebouwd door de Perzen om in de warme droogte van de woestijn een leefbare en zelfs aangename stop op de zijderoute te maken, staan in schril en schrijnend contrast met het huidige regime in Iran. De irrigatiesystemen en natuurlijke airco tonen hoe vooruitstrevend en inventief de tot 7000 jaar oude beschavingen waren en nog steeds zijn... we kunnen het niet genoeg benadrukken: het was en is nog steeds een groots en hartverwarmend volk.

Met een nachttrein, 4 verwonderde Iranezen en een flesje water voor elk incluis, stonden we 7 uur later vanuit Teheran in Yazd. We waren er om 6 uur 's morgens en de hitte was heel erg draaglijk om eigenlijk niet te zeggen 'niet aanwezig'. De zon was dan ook nog maar net van achter de bergen komen piepen, klaar om de woestijn figuurlijk in lichterlaaie te zetten voor de volgende 14 uur. Het Silk Road Hotel bleek een oase te zijn in de woestijn en we waren niet de enige die dat dachten. Een 'our pick' in de Lonely Planet trekt backpackers namelijk even snel aan als rugzaktoeristen overijverige taxi-chauffeurs in een Iraans busstation.

In dit geval was de keuze van de eenzame planeet zeker gerechtvaardigd. Netjes, proper, een mooie kamer, lekker eten én een gezellig terras rond een 'vijvertje'. De volledige niet-Iraanse toeristenbevolking in Yazd op dat moment, een kleine 15 mensen of zo, vertoefde wellicht in het Silk Road Hotel. Een goed luilekker hotel konden we wel smaken want door de warmte - zo rond een uur of 2 's middags piekte het kwik toch tot een kleine 40 graden in de schaduw - bleven we de volgende dagen tussen 13 en 16 uur rond het vijvertje luilekkeren, wilde perziken eten (proficiat tante Carine en Sven, 'pentoo' rekenen we ook goed) en socializen met de mede-toeristen.

Voor en achter onze siesta bleef er nog genoeg tijd over om de wonderen van het oude Perzië te ontdekken. Die mannen hadden al airconditioning avant la lettre in de vorm van torens met ventilatieschachten en een hoop kleppen die uitkomen op een soort zwembadje (waar uiteraard niet in gezwommen werd - grmbll). De verse lucht, het lichtste zuchtje wind wordt zo van buitenaf over het water geleidt en afgekoeld, zorgend voor een koele, iets vochtigere lucht in de ruimtes rond zwembadje.

Niet alleen airco is belangrijk in de woestijn, de behoefte aan water - alleen al het zwembadje voor de airco heeft water nodig - is meer dan welkom maar ook daar hadden de Perzen al lang geleden iets op gevonden. Zoals mijnwerkers, graven ze diepe gangen ('qanata') in de woestijn tot aan de grondwatertafel. Vandaaruit worden nieuwe gangen aangelegd tot aan de stad waar het water dikwijls wordt opgeslagen in grote 'eieren': reusachtige waterreservoirs die een zomer lang de hele stad van water konden voorzien.

Die 'eieren' worden nu niet altijd meer gebruikt als waterreservoir, maar zijn te bezoeken als monument. In één ervan is een sportclub gevestigd waar Iranese mannen een speciaal soort bodybuilding beoefenen: 'Rarara, welke sport is dit?'.

Rarara, welke sport is dit?

Voor ons kwam het behoorlijk 'mietjes' over toen we een training bijwoonden, maar voor hen was het bitter ernst. Het komt erop neer dat een aantal lijvige - de één qua buik, de andere qua borstkas - krachtpatsers samen in een cirkel rondhuppelen, rondjes rond hun as draaien, meezingen met een drummende leider en wat met hun hoofd draaien. Het had iets weg van een combinatie van kindertoneel en een aerobicsessie voor stoere mannen. De zanger scandeert religieuze en poëtische liederen die dan vol overtuiging beantwoord worden door de acteur-sporters.

We konden Yazd, met zijn oude, kronkelende straatjes en huisjes in modder-steen niet achter ons laten zonder ook nog een paar heel typische toeristische trekpleisters te bezoeken. Het centrum van de zoroastriërs, de eerste monotheïsten en ook de basis voor godsdiensten zoals het christendom en islam, was en is nog steeds in Yazd. De stiltetorens zijn stille getuigen van het zoroastrische geloof. We hadden in Chinees Tibet al eens iets gelijkaardigs gezien, maar de stiltetorens zijn hier helaas niet meer in gebruik. Stiltetorens? Een grote toren waar de lijken van gestorvenen werden in gegooid als voer voor de gieren. Een gigantische voederbak voor gieren dus eigenlijk... En ook de eeuwige vlam van de zoroastriërs, die al meer dan 1500 jaar brandt, lieten we niet aan ons oog ontsnappen.

Ook daar bleef het niet bij in en rond Yazd. Het quasi-spookdorpje Kharanagh is echt wel leuk. Helaas wordt er rond het dorpje zelf veel gebouwd, waardoor de setting een flink stuk minder aantrekkelijk wordt. Toch, de wankele minaret die je zelf kan latan trillen door er bovenin te gaan staan (als je door de nauwe trapgang raakt) is echt bijzonder grappig.

Dan is er nog Chak Chak en Meybod. Chak chak is vertaling van 'drup drup', een bedevaartsoord voor zoroastriërs die eigenlijk enkel en alleen bestaat uit een vochtige, natte grot met een boom ernaast. Op zich viel er weinig te beleven, hoewel de grotbewaarder wel zijn best deed om ons in te wijden in de zoroastrische mysteries. Helaas deed hij dat in het Farsi en daar verstonden we geen knijt van. Toch was het zicht vanuit het pelgrimsoordje op de woestijn wel erg cool (hot eigenlijk). In Meybod is voornamelijk het oude kasteel wel de moeite. Elke verdieping kwam uit een andere tijd, met de 5000 jaar oude stallen en opslagplaatsen als de oudste. Machtig dat zo'n oud gebouw nog zo goed de tand des tijds heeft doorstaan. Zeker als we het vergelijken met de ruïnes van Hattussas die we al zo fantastisch vonden (en die zijn later gebouwd). Na al de toeristische bezoeken en wat luieren is de tijd om verder te gaan naar Esfahan, door velen de mooiste stad op aarde genoemd, gekomen.

If you would visit the Earth as an alien, looking for one of the oldest, if not the oldest still inhabited city in the world, you might think black is the color of fashion for women in the summer of 2011 in Iran. Nothing, however, is less true. The ingenious but simple systems that were build by the ancient Persians to cope with the warm dry heat of the desert, making it a nice environment to live in, contrast unfortunately very heavily with the present regime of Iran. The irrigation systems and natural airco we saw in Yazd show how progressive and inventive the up to 7000 year old civilizations were, and still are - we can't stress it enough: the Iranians and their ancestors were and still are a great, hart warming people.


We had a great time in the Silk Road Hotel Yazd. The hotel was an oasis in the desert and we were not the only ones with that feeling. An 'our pick' in the Lonely Planet attracts backpackers as fast as backpackers attract overwhelming taxi drivers in an Iranian bus terminal. This time, the choice of the Lonely Planet was certainly justified. We suppose that the complete foreign touristic population of Yazd, about 15 persons, resided in the Silk Road Hotel. A real laid back hotel, which was very nice to stay in the heat of the desert. Between 13h00 and 16h00, we relaxed and socialized around the central courtyard of the Silk Road Hotel. Before and after, we had time enough to discover the wonders of old Persia: the badgirs or wind towers as natural airco systems, qanats or canals providing the villages and towns with water, the silent towers instead of a cemetery, the shaking minaret of Kharanagh, the little village of Chak Chak (meaning drip drip), the castle of Meybod, ice and water cellars and, last but not least the traditional theater like bodybuilding sport, of which the name will be given in the next blog...

Hete winden vangen in Yazd
Share this