/ Bangladesh

Hill Tracts vs Bengalen

43 2012-01-03 12:00:18+00 De Hill Tracts in Bangladesh staan gekend als stammengebied. Hier ziet Bangladesh er helemaal anders uit. Geen plat landschap maar heuvelig en jungleachtig. Aan de grens met Myanmar leven nog heel wat verschillende stammen met hun eigen gewoontes, cultuur en uiterlijk. Het leek ons een bijzonder fijne ervaring om eens langs te gaan bij die stammen. Makkelijk is het op zich niet, want er komt een hele papierwinkel bij kijken: je moet op voorhand een 'permit' krijgen, per gebied.

Het plan was om twee gebieden te bezoeken: Rangamati en Bandarban. We dienden netjes ons applicatieformulier in en konden vertrekken. Maar daarmee was de kous nog niet af. De registratieposten onderweg waren een noodzakelijk kwaad dat we in meer landen al hebben meegemaakt. Maar dat we in een nieuwe stad in principe ook telkens én leger én politie moeten waarschuwen én overal nog een kopie van onze paspoorten en permits moeten afgeven, dat was buiten de verwachtingen. Ook hier en daar tussenin staan posten om het volledig overbodige papierwerk af te handelen. Na een light-stammenbezoekje aan Rangamati - waar de GSM en jeansbroek al goed zijn intrede hebben gedaan - trokken we wat dieper het gebied in. Ruma, voorlopig enkel via boot te bereiken, werd onze eerste échte stammenhalte. De verwachtingen waren dan bijzonder hoog: met zo'n papierwinkel , zo'n veiligheidsmaatregelen en zo moeilijk te bereiken moet het een echte wildernis zijn, die Hill Tracts.

We hadden zo ons eigen off the beaten track plan in Ruma. We wilden een 3- tot 4-daagse wandeling maken, van Ruma tot Roangchari, iets dat zeker mogelijk is als de gids wat moeite wil doen. Het was duidelijk dat de enige gids die ons de weg kon tonen er weinig zin in had. In Pakistan kregen we van de gidsen doorgaans een 'We help you', in Nepal was het 'You pay, we help you', in Ruma kwam het niet verder dan een 'You pay'. Veel van de gidsen is hier niet te verwachten, of je moet alleszins tijd genoeg vrijmaken om een goede te vinden. De Bengalen, die we later spraken over onze minder aangename ervaring in Ruma, vonden het zelf ook behoorlijk belachelijk dat die kerel 20 000 Tk of zo'n 200 euro vroeg voor een driedaagse wandeling.
We kozen dan maar voor een korte en platgetreden wandeling naar Boga Lake, in principe langs een aantal stammen. Van onze gids die we mee hadden moesten we duidelijk niet teveel verwachten: zo vlug mogelijk naar boven, slapen en dag erop zo vlug mogelijk naar beneden. De 'avontuurlijke' route die vijf uur zou duren, deed Kurt blootvoets in vier en een half uur. Met goed schoeisel was het in een uur of drie wel gelukt. De terugkeer, langs een aardeweg was vier uur, en een ommetje van een paar uur via een heuveltop kon er voor de gids niet meer af.

Van de stammen was niet teveel te zien, behalve boomstammen dan. Gelukkig waren we zelf assertief genoeg om zelf te blijven hangen in een tweetal dorpjes (Marma-people en Bawm-stam) die we passeerden. De Chakma hadden we gelukkig al in Rangamati bezocht en in Bandarban waren we al bij de Tripurastam van Haati Bandha langsgeweest. Als het aan onze gids had gelegen, hadden we helemaal niks gezien, behalve het recentelijk aangelegde vakantiepark bij Boga Lake, waar het op zich heerlijk vertoeven was... en we ons nog eens goed wasten en zwommen. Nee, het was op maandag deze keer, op tweede Kerstdag, niet op een dinsdag dat we in het water ploeterden.
Toen onze gids ons 's avonds plots enthousiast kwam halen voor de 'tribal music' dachten we dat hij wat was bijgedraaid en ons toch nog wat tribal life wilde tonen. De 'tribal dance and music' bleek echter te bestaan uit een strategisch geplaatste laptop met 2 boxjes en amateurvideobeelden van wannabee-bollywood-acteurs in een soort van funniest home video's-clipje. De 'tribal' instrumenten bestonden uit een synthesizer en een fout gestemde elektrische gitaar, hier en daar aangevuld met een drumcomputer. Ons tripje naar Boga Lake en terug was heel kort en bondig samen te vatten: 'veel blabla, weinig Baum Baum'.

Gelukkig hadden we nog een derde gebied in gedachten om te bezoeken. Alikadam staat niet in de reisgidsen vermeld en was het niet door een reisverslag van een Wegwijzer-lid geweest, we waren er zeker niet gepasseerd. Op een beetje goed geluk reisden we een halve dag naar het dorpje van twee keer niets. Op het eerste zicht was het dorpje vooral bevolkt met moslims en leek het niet echt stammengebied. We wilden snel de registratie bij leger en politie afhandelen maar hier deden ze écht moeilijk. We werden van het kastje naar de muur gestuurd en weer terug. Het leger was uiteindelijk in een dik halfuur overtuigd. Echter, de politiecommissaris deed echt vervelend. We moesten op onze stappen terugkeren. Misnoegd van zoveel tegenkanting dachten we dat weer een teleurstelling rijker waren. Gelukkig was de vice-chairman, een jongedame, nog aanwezig en die wilde - achter de politiecommissaris zijn rug - wel een telefoontje plegen. Om een lang verhaal kort te maken, na 3 uur wachten, zeveren, smeken, beleefd zijn en veel proberen mochten we 1 nacht in Alikadam blijven.

We snapten het hele gedoe van die papierwinkel niet voor die Hill Tracts. De stammen zijn gewoon superlieve mensen waar je goed ontvangen wordt. Met de hele overtuigingsactie was ons ook een gids, Monindra, aangewezen. Niet wetend hoeveel hij achteraf zou eisen voor zijn gidscapaciteiten, nam hij ons op sleeptouw naar de verschillende stammen. Bij de Tripura's, vooral herkenbaar aan de vrouwen die reusachtige oorringen en grote kettingen dragen, werden we supergoed onthaald. Ze waren oprecht blij ons te zien en we werden volgegoten met arak. We bleven hangen tot het donker werd en kregen meer en meer arak aangeboden. Trouwens, het is erg onbeleefd om te weigeren, als die stammen iets aanbieden. We mochten ook nog meeëten en waren pas laat, toch wel tegen 21u00, meer dan licht aangeschoten terug in de guesthouse. Onze gids kreeg een kleine uitbrander van de conciërge, want we waren 'te laat' terug.

De volgende dag bezochten we de Mru's, de reden waarom we naar Alikadam getrokken waren. De Mru's zijn eerder verlegen mensen, die gewoon hun eigen ding willen doen, hun eigen cultuur willen behouden. Hun ding bestaat er vooral uit om halfnaakt in de bushes rond te lopen met kapmessen om bananen en rietsuiker te kappen. Dat de moslims zo'n cultuur niet graag zien, is wel duidelijk (want zelf steken ze maar al te graag hun vrouwen diep weg in huis of onder een boerka). De Mru's voelen zich niet echt welkom en trekken daarom steeds dieper de bossen in, verder weg van de aangelegde monoculturen van tabaksvelden, kapotte jungle en zo ver mogelijk weg van de bemoeizucht van de (lokale?) regeringen.

Om de authentieke Mru's te zien, zouden we dus diep het woud in moeten trekken maar dat was ons verboden en we hadden ook niet genoeg tijd. Gelukkig zijn er enkele Mru-dorpen in de dichte omgeving van Alikadam en hoewel het niet het volledig échte spul is, maakten we toch nog kennis met een erg 'primitieve' beschaving. Een gelukkig toeval was het dat er op de dag dat wij er waren een festival gepland was. Het werd nogal recht voor de raap het 'cow killing festival' genoemd.
Rond 12 uur 's middags startte het feestje waarbij een groepje vrouwelijke dansers, volledig uitgedost met juwelen en kettingen, en een groepje mannelijke muzikanten samen rond een koe in een haar precies passend kooitje dansen. De koe wordt uiteindelijk geofferd, na 2 welgemikte prikken gevolgd door het afsnijden van de tong. Een offering zodat het met alle zieken en fysiek minderen goed zou gaan. Het hele feestje werd omzoomd door arak-drinkende mensen en ook hierin werden we opnieuw niet gespaard... Eenmaal de koe gedood was, werd die in mootjes gehakt, gekookt en verdeeld. We mochten meeëten. Helaas geen mals stukje biefstuk, of goed smakend stoofvlees, maar alles in kipkap met beenderen, nieren en lever erbij. Als primitieve wilden aten we de stukjes vlees op en kregen we weer veel te veel bijgeschept. Niet te weigeren, uiteraard.

Het was een overweldigende ervaring, één van de beste van onze reis tot nu toe. We waren deelgenoot van een echte cultuur, die erg veel moeite moet doen om te mogen blijven bestaan. Eigenaardig toch, dat de Bengalen, die er zelf zo graag op wijzen hoeveel ze hebben moeten vechten om hun eigen cultuur te behouden, nu zelf de rol van de onderdrukker op zich nemen en anderen hun cultuur willen afnemen... zoals de Chinezen Tibet overspoelen en disneyficeren, zo gaan ook de Bengalen te werk in de Hill Tracts, met een gelijkaardige willekeur van veroordelingen. Volgens de verhalen van de verschillende stammen toch.

We kunnen alleen maar respect hebben voor de stammen en niet in het minst voor de Mru. En nog meer voor Monindra, onze gids. Hij wilde ons belangeloos tonen hoe de stammen leven. Hij is geen luie gids die niet wil wandelen, geen gierige of op geld beluste kerel of een arrogante local die het denkt allemaal beter te weten - wat hij ons vertelde, wist hij effectief beter dan ons. Het is een echte, integere man die begaan is met zijn volk en zijn cultuur en die van andere minderheidsgroepen in Bangladesh. Aanvoelend dat hij niks zou vragen voor de overvolle en machtig interessante dagen, vroegen we hem zelf dan maar wat of hoeveel hij wou voor zijn begeleiding. We kregen een bescheiden antwoord: "500 Tk (nvdr: €5), just to buy some cigarettes". Dankjewel Monindra.


The Hill Tracts in Bangladesh are known as tribal area. Bangladesh looks and is different in this area: not flat, but jungle. Near the border of Myanmar, several tribes live, with their own habbits and culture. Not that the Bengali people like that. As the Bengali used to fight for their cultural freedom, the tribes have to fight against the Bengali people today.

We visited two areas, which was quite an administrative hassle. Summarized: you need luck with the army, police, administrative offices and last but not least, the guide to be able to visit the tribes. We could get a glimpse of some tribes, mainly thanks to our guide Monindra in Alikhadam. It was one of the best experiences of our travel so far.

Hill Tracts vs Bengalen
Share this