/ Bangladesh

Hop, Char, hop

Hop, Char, hop Een taal zegt vaak al veel over de cultuur, of het weer, of de manier van leven van bevolkingsgroepen. Bedanken in het Bengaals kun je enkel door te zeggen: 'donobath', wat evenveel betekent als 'dankjewel', 'heel erg bedankt', 'uiterst bedankt', 'met bijzonder ongelooflijk veel dank', 'merci' en wat je nog allemaal kunt verzinnen om iemand te bedanken. De bevolkingsgroepen uit het hoge noorden van Europa hebben meer dan honderd woorden voor 'sneeuw'. In Bangladesh kennen ze soms geen 'car', 'bus', 'autobus' of 'boat', maar echter wel vervoersmiddelen als 'tomtom', 'tempo', 'honda', 'CNG', 'launch', 'steamer', 'rocket', 'riksja', 'van', 'bicycle', 'boogie', 'chandergari', ... . Met deze vervoersmiddelen, we weten zelf niet altijd goed welke, hopten we van eiland naar eiland, van Khulna tot Chittagong. Een roadtripje van 3 dagen waar we meermaals mochten genieten van de Bengaalse gastvrijheid.

We herinneren ons vooral Char Manpura, een klein eilandje waar we de hogeschool bezochten waar een aantal Bachelor-opleidingen worden gegeven. Het was hallucinant. Er was welgeteld 1 microscoop uit de jaren '50 voor de biologie-opleiding, er was om de andere dag elektriciteit, de studenten en lesgevers sliepen met 3-4 samen in koude golfplaatbarakjes en internet was een utopie. Zelf konden we wel op internet via een sim-kaart, maar de universiteit, of studenten of lesgevers van de universiteit waren helemaal niet mee met de tijd. Char Manpura is een achtergesteld gebied van Bangladesh, een gebied waar de overheid geen interesse in heeft, ondanks de schoonheid die het eiland te bieden heeft.

Met een brommer - de onovertroffen Honda Hero - raceten we van de ene kant van het eiland naar de 'hoofdstad' Hadzjirhat. Het was al supermachtig om het landschap te zien voorbijrazen. Het is moeilijk om het in woorden te vatten maar laten we toch een poging doen om te beschrijven waar we van konden genieten: rijstvelden, doorspekt met kleine riviertjes of grachten en omzoomd door bananenbomen en kokospalmen. Af en toe een paar hutjes die in kleine stukjes jungle staan en mensen op de wegen die vanalles mee dragen. Er tuft nu eens een tempo voorbij, dan weer een ossenkar en vooral de fietsriksja's palmen het grootste deel van de weg in. Veel pittoreske vissersbootjes en soms grote vijvers maken het geheel af. Prachtig is het.

Eenmaal in Hadzjirhat hadden we veel bekijks. Later vernamen we dat ze slechts een stuk of drie toeristen (zeker niet meer dan 4!) per jaar zien op het mini-eilandje. Als die 'witten' dan ook in de bazaar willen gaan shoppen dan is het hek helemaal van de dam. We wilden een groot doek kopen, want het is toch verdomd fris op de vele boten, of beter 'launches', die we namen. We gingen 'window'shoppen. Een grote menigte verzamelde zich al snel rond ons. En per winkel die we aandeden, zwol de massa aan. Bij winkel nummer drie stonden zeker meer dan 150 starende mannen rond ons, om te zien of we nu wel of niet het doek zouden kopen. Plots begon er eentje te duwen en ontstond er wat tumult. Om de situatie niet te laten escaleren glipten we zo snel we konden uit de bazaar weg, een verbouwereerde menigte achterlatend.

Na het 'incident' in de bazaar maakten we kennis met enkele leraars van de plaaselijke hogeschool. Ze overtuigden ons om een dagje te blijven op Char Manpura. We werden een dagje op sleeptouw genomen met een drietal lesgevers en een student. Ze waren simpelweg super. We kregen het helemaal warm van een bezoek aan het dorp vlakbij de hogeschool. Je had hier matig armen, armen en ontzettend armen, maar dat neemt niet weg dat ze ons iets wilden geven als we ook maar iets van interesse toonden in hun werk. Van een arm gezin, met een mevrouwtje die ons niet durfde, wilde of mocht aankijken kregen we een liter 'gour', een soort van gecarameliseerd dadelsap. We kregen van een ander gezin 'moa': grote gepofte rijstbollen vermengd met gour. Daarenboven bleef een aantal dochters ons maar handenvol geplette rijst met kokosnoot toestoppen.
Hartverwarmend waren onze bezoekjes. Veel van deze mensen verdienen minder dan $2 per dag. De leraars omschreven het als 'they live from hand to mouth'. Met het hele gezin, en dat zijn er doorgaans wel behoorlijk wat mensen - het is een vruchtbaar land, Bangladesh - leven ze in kleine hutjes en proberen ze rond te komen. De leerkrachten toonden ons het werkelijke Bangladesh, zoals het op zoveel plaatsen nog voorkomt.

De volgende morgen stonden de leraars ons alweer vroeg op te wachten bij het hotel toen we gingen vertrekken, om ons uit te wuiven. We trokken tevreden verder naar het volgende eiland, met vele herinneringen en onschatbare ervaringen in ons achterhoofd. We zeiden meermaals dankjewel, in het Engels en in het Bengaals. Mogelijks verstonden ze niet goed waarom we hun zo uitgebreid bedankten...


A language very often says quite something about a culture, or the weather, or the way of living of certain populations. There is only one way to say 'thank you', or 'thank you sooo much', or 'many thanks', or something similar in Bengali: 'Donobath'. Populations from the high North of Europe have more than a hundred words for snow. In Bangladesh, a 'car', 'bus' or 'boat' are unknown. However, they use words as 'tomtom', 'tempo', 'honda', 'CNG', 'launch', 'steamer', 'rocket', 'riksja', 'van', 'bicycle', 'boogie', 'chandergari', ... to refer to the many ways of public transport they have. We used them, although we don't know for sure which ones, for hopping from one island to another, from Khulna to Chittagong. A 3 day road- and seatrip, enjoying the hospitality of the Bengali people.

Hop, Char, hop
Share this