/ Iran

Mission bordercrossing - FAILED

Dat de grensovergang naar Pakistan een moeilijke bevalling zou worden, dat hadden we wel verwacht. Dat we dat beter niet deden op een verjaardag, dat was een goede zet. Maar dat het 2 dagen en 2 nachten zou duren om effectief de volledige grensovergang te doen, daar hadden we niet op gerekend. Na een superleuke verjaardag volgde de ontnuchtering en voelden we aan den lijve aan wat vrijheid echt betekent (maar eigenlijk mogen we nog niet klagen).

We wilden goed uitgerust aan de grens geraken omdat we toch ettelijke kilometers zouden moeten afleggen en omdat we best wel wat alertheid konden gebruiken. We zaten zo goed bij Akbar, dat we nog een dagje extra bleven en ons bijna laatste geld aan een uitstapje spendeerden op Ruths verjaardag.
In de omgeving van Bam zouden er 2 bezienswaardigheden zijn. We lieten de waterval links liggen en kozen voor de zandduinen die er volgens Akbar uitzagen "as golden as butter". Boterig waren de duinen niet, zanderig des te meer en hoog ook. Het zouden de hoogste zandduinen van Iran zijn (tot 45 meter - valt dus wel mee) maar ze zijn niet zo uitgestrekt; slechts 25 km op 7 km. Om de verwoestijning tegen te gaan, want die zandduinen verplaatsen zich, wordt oliehoudende teer op de duinen gegooid. Een haar in de boter dus. Desalniettemin was het heerlijk om erop te klimmen en nog heerlijker om eraf te lopen.

Na het dollen in de duinen was het tijd voor een laatste Iraans avondmaal (dachten we toen nog). In bijna geen enkel restaurant tijdens onze reis konden we 'fesenjun' vinden, een typisch Iraans gerecht op basis van kip, walnoten en granaatappelsaus. Voor de verjaardag van Ruth had de tourgids - deze keer geen slome Iraj maar een kwieke jonge kerel - een diner geregeld in zijn huis. Het was overheerlijk en de erbij geserveerde drank gaf alles een chiquere toets. Na het eten moesten we plots weg, zonder dessert.
Geen probleem, het was ook al laat. Reza had echter een verjaardagstaart voorzien in een supergezellig park. Met kaarsjes en cadeautjes, zoals een verjaardag het wenst. Ruth had alleen niet "the knife dance" uitgevoerd, een lokaal gebruik waarbij de jarige eerst een dansje doet met het mes, vooraleer de taart wordt aangesneden.

Propvol nog van de vorige dag, stonden we op 4 september om 5.30 uur op om die dag nog over de grens te geraken. De grens zou om 16.30 uur sluiten en we zouden dan nog de tijd hebben om vanaf de Pakistaanse grens een nachtbus te nemen tot in de stad Quetta. Akbar verzekerde ons dat het zou moeten lukken.

Wij waren vol goede moed aan het wachten op onze bus, aan een rond punt in Bam. We waren niet de enigen die richting de grens moesten en dus werd het moeilijk om plaatsen te vinden. Ofwel was de bus al volledig volzet, ofwel moesten ze een andere kant uit. Uiteindelijk stopte er één en door het opzetten van grote schouders en het snel reageren stonden we als 2de in de rij. Achter ons stonden zeker nog 7 mensen te wachten die ook meewilden. Maar zoals het hier gaat: wie eerst komt, eerst maalt en we waren vastbesloten om ons plekje niet af te geven. Discussie, wat geroep, een beetje geduw, hoongelach en gefluit was het resultaat. Na een minuut of 10 van tellen en roepen en duwen kwam er schot in de zaak. Onze bagage mocht in het ruim gepropt worden en wij kregen een plaats achteraan de bus toegewezen.
Toen de bus vertrok, met 7 pruillippende Iranezen achterlatend, drong het tot ons door dat het volk op de bus er zo anders uitzag. Donkere mannen met baarden, verweerde gezichten met littekens, geen vrouwen, bizarre kledij, zelfgezette tattoos op de handen en vooral veel nors starende blikken naar ons. Het leek alsof we met het schorremorrie van Bam op weg naar de gevangenis waren. Vier uur deden we erover om samen met het batjesvok tot in Zahedan te geraken. Vandaaruit was het nog 100 km tot aan de grens. Bussen en minibussen waren niet beschikbaar, dus we waren gedoemd om een savari te nemen. De taxi-chauffeur speelde met onze voeten en verkoos 4 mensen boven ons om tot aan de grens te nemen. Pas na een uur wachten, kwam er nog iemand opdagen die ook in de richting van de grens moest.

Een vlotte taxi-rit zou het geweest zijn en we zouden het gehaald hebben, ware het niet dat er een aantal controleposten langs de weg zijn. Buitenlandse toeristen, dat trekt argwaan. Beetje bij beetje werden we langer en langer opgehouden om paspoorten te controleren tot we bij de voorlaaste post moesten uitstappen. Voor onze "safety" ging een politie-escorte ons begeleiden. Onze taxi vertrok met de resterende klant en liet ons staan aan de politiepost. De agenten waren vriendelijk, maar het duurde tergend lang voordat ze met hun escorte afkwamen. We weten niet wat jullie zich voorstellen bij een politie-escorte, maar wij gingen ervan uit dat er minstens 2 gewapende mannen ons zouden vergezellen in één of andere politiewagen. Niets is minder waar.
Een grote truck stopte aan de grens en die werd opgevorderd om ons tot bij de grens te brengen. Een jong kereltje, net de puisten ontgroeid, die zijn verplichte politiedienst moest doen, ging met ons mee. Als enigste wapen zijn pet om mee te slaan. Tot zover werd onze veiligheid gegarandeerd... De chauffeur en onze persoonlijke escorte waren wel erg vriendelijk en half hun Engels lerend legden we gezapig de 10 km tot aan de grens af.

Eenmaal daar was het hekken dicht. Het was nog maar 15.10 uur en de grensovergang was gesloten. De truckchauffeur wist dat, maar had het niet vermeld en het agentje wist het niet want"de politie denkt voor u", dus die volgde enkel orders op. Verbouwereerd stonden we daar aan de winderige, stofferige grenspost met onze bagage. Terugkeren was voor ons geen optie: ten eerste was er geen vervoer terug en ten tweede hadden we (bijna) geen Iraans geld meer. De politiekerel verzekerde ons dat het veilig was aan de grens en dat er een restaurant/hotel net buiten de post was.
Wij mee gaan kijken, nog altijd perplex dat de politie ons een escorte meegaf naar een gesloten grensovergang. Dachten ze misschien dat we daar klavertjes vier gingen zoeken of zo? Het hotel was in wezen goedkoop, maar te duur voor het geld dat we nog overhadden. Na wat gepalaver kwam uiteindelijk opnieuw de typische Iraanse gastvrijheid boven: de truckchauffeur, de agent en de passagier uit onze taxi die ook gestrand was (5 minuten te laat omwille van het gedoe bij de controleposten met ons), legden samen om onze overnachting te betalen. Dan konden wij ons overige geld gebruiken om te eten. Alweer een prachtig gebaar van de Iraniërs en in dit geval ook een Pakistaan. De agent vertrok, nog eens schuchter de woorden "welcome to Iran" meegevend en wij bleven in het hotel, vastbesloten om 's morgens vroeg op te staan, de grens over te gaan en dan een dagbus te nemen tot in Quetta.

Het leek een solide plan, ware het niet dat de politie een paar uur later roet in het eten kwam gooien. Een nog jonger agentje had de orders gekregen om ons mee te nemen terug naar Mirjaveh, het laatste Iraanse dorp op 15 km van de grens. Om één of andere reden mochten we daar niet blijven. Hij kwam eerst af met het feit dat we geen ontvangstbewijs hadden van het hotel (dat ook de spastische hoteleigenaar weigerde om af te geven), daarna waren we volgens hem illegaal de grens van Iran al gepasseerd en moesten we nog onze paspoorten afstempelen en dan was het weer iets anders.
Het was hoe dan ook chaos. Hij kwam en ging, werd boos en dan triestig want wij weigerden om weg te gaan uit het hotel, anders kostte dat tijd en geld. Hij was bang van zijn overste die hem weten-wij-veel-wat iets ging aandoen. Het duurde tot het al begon te schemeren voor de overste zelf op zijn brommer tot bij het hotel kwam. Geen doen aan, we moesten daar weg want het was niet veilig. Bij nader inzien was de grenspost ook nul komma nul beveiligd. Bijna een open deur naar smokkelaars of illegalen toe. Ondanks al de checkposten is er eigenlijk totaal geen garantie dat er iets of iemand duisters het land binnen- of buitengaat.

Deze keer kregen we een echte escorte: stoere pick up, 2 politie-soldaten met automatisch geweer mee en yupla, in het donker terug naar Mirjaveh. Ons leek het gevaarlijker om dat te doen, dan om een gewapend mannetje bij onze kamerdeur te zetten maar goed ja, het leger denkt voor u, zeker? Het was precies een tikspelletje (tik, jij bent hem) of zwartepiet-verjagen want we werden overgeheveld aan 2 andere agenten die een slaapplaats moesten zoeken voor ons.
We belandden in het enigste hotel van Mirjaveh die veel te veel centen vroeg voor 1 overnachting. Uiteindelijk toonden we ons laatste geld, deelden we mee dat we ontzettend veel honger en dorst hadden (sinds 's morgens vroeg hadden we niets meer gegeten - we wilden ons allerlaatste geld opdoen aan de grens) en dat we ergens wilden slapen. De man was niet onder de indruk, wees naar een sjofel hutje buiten en zei dat we kip met rijst konden krijgen. Er lagen zo'n stoffige kussens in het hutje dat een stofzuigerzak er een luchtmatras bij lijkt maar die werden toch onze matras. Het hutje was open, dus iedereen kon ons zien liggen, waardoor we weer versteld stonden over de onhandigheid van de politie en hun zogezegde drang naar 'veiligheid'.


We knew that the border-crossing to Pakistan could be difficult. We knew it was a good plan not to to it on Ruths birthday. That was good thinking of ourselves. But that it would last about two days and two nights to effectively cross the border completely, that was out of our expectations. After a great birthday, a complete different story had to be told about the border-crossing itself. We felt what it is like to have no freedom, and still, we were not the ones that should complain. In the name of safety, the Iranian police made us miss the opening hours of the border and did put us, rather clumsily, in more dangerous situations than we actually were before. First attempt to cross the Iranian border: failed.

Mission bordercrossing - FAILED
Share this