/ Nepal

Over verdragen en vertragen

Het kan verkeren. Je bent zo hard bezig met reizen en kijken en ontdekken en genieten dat je alles tot de laatste dag wilt gezien hebben. Reizen is plannen, met een marge weliswaar maar wel één die de mogelijkheid laat om geen tijd over te hebben ook. De laatste dag dat ons visum verviel zouden we Nepal verlaten. De volgende dag zouden we dan, tegen 21.55 uur in Patna (India) een vooraf geboekte en betaalde trein nemen tot in Kolkata. Ons Indische transitvisum is nog 5 dagen geldig, tijd genoeg dus om alle plannen uit te voeren, Kolkata in sneltempo te bezichtigen en naar Bangladesh door te reizen. Maar reizen is ook flexibel zijn en de flexibiliteit werd gebogen tot hij in die laatste etappes bijna brak...

Vanuit Kathmandu namen we een bus naar Lumbini, de geografische locatie van de geboorte van Siddharta oftewel Buddha. Lumbini zelf staat vol met Buddhistische tempels van allerlei landen. Er worden er nog steeds bijgebouwd, zo groots of rijkelijk mogelijk. Een soort van religieus machtsvertoon. Zo zagen we er de Chinese en Koreaanse tempels tegenover elkaar staan, die elkaar de loef willen afsteken. Korea neemt hier duidelijk en voorlopig veruit de overhand, maar de Chinezen zijn lustig aan het bijbouwen. Zelf probeerden we aan de hand van de stijl van de tempels te raden door welk land de tempel is gebouwd, en dat bleek nog goed te lukken ook: "Rarara, van welk land is deze tempel?"

Rarara, van welk land is deze tempel?

Voor we 'tempeltje raden' konden spelen in Lumbini en met de fiets de geboorteplaats van de Buddha en het park met de tempels er rond bezochten, hadden we nog een lange Nepalese busrit voor de boeg gehad, met tussenstops op de meest absurde plaatsen (midden in de bocht op een min of meer geasfalteerde weg) voor plaspauzes. Het was een 250tal km van Kathmandu tot in Bhairawa, nog een kleine 30 km van onze eindbestemming Lumbini. In tijd met de bus betekent dat zo'n kleine 9 uur. In Bhairawa moesten we overstappen voor de laatste 30 km. Terwijl we van bus wisselden en een kleine 200 meter moesten overbruggen, werd er al van ver geschreeuwd naar ons. Om 17u30 was de laatste bus naar Lumbini. Het was ongeveer 17u35... Met onze bagage kropen we op het dak van de overvolle bus die al half reed. Een beetje stunts voor James Bond met bagage op een rijdende bus voor beginners. Samen met een stuk of 10 Nepalezen deelden we het dak voor een uurtje nachtelijk rooftopriding naar Lumbini.

Bleek bij aankomst dat er een 10-daags boeddhistische festival aan de gang was waardoor het kleine, anders waarschijnlijk doodrustige, plaatsje volgestroomd was met boeddhistische monniken van heinde en verre. Met andere woorden: alle hotels zaten vol tot de laatste achterkamertjes. In het donker tsjoolden we dan maar een drietal kilometer tot de andere kant van Lumbini waar een hoteleigenaar ons nog te slapen wou leggen in het huis van zijn broer. De volgende dag zouden we dan in het hotel kunnen overnachten. Erg gastvrij van de man, maar de Nepalese gastvrijheid komt altijd tegen een prijs: "You pay, I help", iets wat we in Iran of Pakistan nooit zouden meemaken. We betaalden immers ook een royale 500 roepies voor de nacht in het kamertje van het kleine huisje, alsof het een hotelkamer zou zijn.

Volgens het verhaal van de geboorte van de buddha zou zijn moeder gaan baden zijn in een vijver. Die vijver is nog te zien in Lumbini. Vandaar zou ze plots weeën gekregen hebben en kon ze nog net 25 stappen zetten tot onder een bodi-boom. Zich vastklampend aan een tak schonk ze het leven - via haar oksel(!?) - aan een flinke jongen, die onmiddellijk kon lopen en spreken en later wereldwijd bekend zou worden onder de naam Buddha. De vijver is te zien en de boom ook. En beide liggen inderdaad op 25 passen van elkaar, als je weliswaar kleine pasjes zet, wat we wel kunnen veronderstellen eenmaal men in barensnood is. Mensen komen onder de boom een zegening halen en eren de boom. Maar er is ook nog een tempel waar nog eens de exacte geboorteplaats wordt aangeduid (beschermd door kogelvrij glas). En die tempel ligt wel op meer dan 25 - zelfs grote - reuzenpassen van de vijver. Ergens zit er een reuzeninconsistentie in het verhaal rond de geboorte en het hele vereringsplaatsje maar aan de vele pelgrims te zien, lijkt het niemand te kunnen deren.

Vanuit Lumbini was het weer een dagje bussen tot in Chitwan National Park. Aangezien we al wat safari's gedaan hadden in Corbett National Park in India en Bardia National Park in het westen van Nepal, wilden we weinig doen in Chitwan. Bovendien is het er erg toeristisch en verwachtten we niet om veel te zien. Het werd echter een onverwacht leuk dagje waar we samen met de olifanten een bad namen (echt supertof!) en neushoorns, wilde zwijnen, een wilde olifant en 4 krokodillen zagen op de grens van het park. Totale kostprijs: 1,4 euro per persoon en slechts een drie kwartier van onze tijd! 's Avonds deden we, om het toch ook maar eens gedaan te hebben, een olifantensafari. Een anderhalf uur zaten we op een kolos van een olifant van 4 ton te kijken naar herten, apen, opniew een neushoorn en een krokodil. Het voordeel is dat de olifanten heel dicht bij de beesten komen zonder dat ze schrikken. We vonden het heerlijk en we waren klaar om met een gerust en tevreden gemoed Nepal te verlaten.

Het was 6 december. Op 6 december verliep ons visum van Nepal en moesten we het land uit. We sliepen uit en tegen 11u30 waren we klaar voor het tijdracen: we moesten vóór 22u00 de grens met Nepal over, omdat de 150 km van Chitwan liggende grenspost Birganj dan sloot. De volgende dag moesten we tegen 's avonds onze trein naar Kolkata halen in Patna, dat op zo'n 350 km van Chitwan ligt. We hadden 'slechts' 38 uur om die afstand te overbruggen.

Aan het slakkentempo van de Nepalese bussen schatten we dat we er 5 uur zouden over doen tot de grens, 150 km verder. We zouden er dan tegen 16u30, hooguit 17u00 zijn. Helaas voor ons, was er net een staking aan de gang die al gestart was om 6u00. Alle verkeer zat vast en geblokkeerd. Er reden geen bussen, geen vrachtwagens en geen privé-auto's. Ons plan om dan maar al liftend naar de grens te gaan was uitgesloten. Brommers mochten wel door en zouden een mogelijke optie zijn, maar probeer in Nepal maar eens 2 brommers tegen te houden, die allebei naar hetzelfde dorpje (willen) rijden én die 2 backpackers met een grote rugzak willen meenemen. Ook ambulances reden vandaag verdacht veel op en af en fungeerden als privé-taxi. Ze wilden niet stoppen voor ons en het via via regelen kostte ons te veel geld. Toeristenbussen werden ook doorgelaten, maar die ene die passeerde was té egoïstisch, lui of onvriendelijk om ons mee te nemen. Te voet verder gaan had weinig zin, 150 km in 10 uur was toch niet echt haalbaar. Smeken bij de politie om een auto te regelen "omdat ons visum vervalt" haalde ook al niets uit. Het werd dus maar wachten en hopen dat de staking naar de avond toe zou stoppen.

We hadden geluk. Tegen 17 uur werd de staking opgeheven en begonnen de bussen weer te rijden. Na ruim 6 uur wachten sprongen we op de eerste bus richting Birganj. Hier en daar werd deze nog opgehouden maar ruim 4 uur later kwamen we toch op onze bestemming, Birganj. Het was al pikkedonker in de straten en Birganj was zo goed als dood. We vonden nog een fietsriksja die ons nog tot aan de grens, 4 km verder, wilde voeren, tegen een (té) hoge prijs, uiteraard. We hadden geen keus en de man bracht ons, kwetterend als een Nepalees viswijf - we vragen ons af waar die Nepalezen hun vis zouden halen, trouwens - in de nacht naar de grenspost.
Om 21.15 uur bereikten we die uiteindelijk. Geen official die stempels kon zetten te bespeuren. De enige aanwezigen met uniform waren blijkbaar niet geslaagd voor hun examen stempels zetten op visa van Westerse toeristen. Even bellen en zo'n 20 minuten later kwam gelukkig nog iemand opdagen. Tegen 21.35 uur kregen we de verlossende stempel "checkout Nepal" in ons paspoort. Missie geslaagd en geen boete aan ons been! Aan Indische kant was immigratie echter potdicht. Geen probleem echter voor de Indische soldaten aan de grenspost. We mochten gewoon doorlopen. We zagen al een bepaald scenario voor ons als we zouden willen uit India gaan bij een volgende grenspost: "Nee, er staat geen stempel in je paspoort dat je India bent binnengekomen, dus ben je niet in India geweest de laatste dagen, dus kun je ook niet uit India komen, dus kun je India niet verlaten...". We gingen de volgende dag dan toch nog ons stempeltje "check-in India" halen, om problemen bij volgende grensposten te vermijden.

Volgens de Lonely Planet van Nepal, die de betrouwbaarheid en feitelijke waarheid bevat van een brochure over evolutie van de getuigen van Jehova, was het 5 uur bussen van de grens naar het nog geen 200km verder liggende Patna waar we om 21u55 een trein naar Kolkata hadden. Tijd genoeg, maar voor de zekerheid bouwden we opnieuw een marge in van ruim 4 uur. Eerst inchecken in India en rond 11 uur zaten we op de bus. Om 12u00 zaten we nog op diezelfde bus, maar die stond nog altijd op dezelfde plaats als een uur daarvoor, namelijk de vertrekplaats. Om 13u00 waren we een paar honderd meter van onze vertrekplaats, na het herstellen van een band. Geen paniek, we hadden wat reserve ingebouwd...

Het was naar onze schatting nog zo'n vijf uurtjes rijden en tegen 18 uur zouden we in het station zijn waar we nog 4 uur zouden wachten op onze trein naar Kolkatta. In India ondertroffen we echter alle snelheidslimieten en haalden we, met een lichte heimwee naar de kaka-highway - Karakoram-Highway, voor de minder aandachtige bloglezer - gemiddeld nog geen 20 km per uur. In plaats van 5 uur werden het 9 uur op de bus! We werden nerveus. Zoveel vertraging hadden we niet verwacht, toch zeker niet in India. Om 21.40 uur bereikten we het busstation van Patna. Nog 15 minuten en onze trein naar Kolkata zou vertrekken... Als een bezetene sprongen we in een autoriksja die we opdroegen om ons zo snel mogelijk naar het treinstation te brengen. Hij aarzelde wat en stamelde dat hij 100 roepies wilde. Op dit moment geen afdingen voor ons dus we stemden in en gaven we hem het bevel, opnieuw James Bond-gewijs, om gewoon zo vlug mogelijk naar het treinstation, niet de luchthaven zoals dat bij James Bond zou zijn, te rijden. Diene James is duidelijk geen budget-reiziger.

Hadden we onze trein nog gehaald? Om 21u54 stonden we in het station naar het informatiebord te kijken. Snel snel de trap op en lopen... Tegen 21u57 stonden we op het perron te kijken naar waar onze trein zou moeten staan, tenzij die al vertrokken zou zijn. Geen trein te bespeuren?! Die bleek, gelukkig, zo'n 2 uur vertraging te hebben, een vertraging die verder opliep tot zo'n 4 uur bij vertrek in Patna. Laat ons zeggen dat we voor een keer content waren met een treinvertraging. Tussen Patna en Kolkata kwam daar nog anderhalf uur extra oponthoud bij. Daar kan de NMBS nog eens iets van leren! Als ze hier vertraging hebben, doen ze het tenminste goed. We hadden een relatief rustige nacht op de trein, en tegen de middag waren we in Kolkata, waar we een tweetal nachtjes konden rusten voor we onze weg verder zetten naar Bangladesh. Een welverdiende rust, vonden we zelf, na ruim twee dagen vertragingen te verdragen.


Life has a strange way of making things work out. You are so busy traveling, organizing, discovering and enjoying that you want to see everything until the last day of your visum. Traveling is planning, with enough margin, but still with the opportunity to leave no time unspent. The day our visum expired, we had to leave Nepal. The next day in the evening, we needed a train from Patna to Calcutta. Since our Indian transit visum was valid for only another 5 days, we had just time enough to flash-visit Calcutta, before traveling onwards to Bangladesh.

However, traveling is also about being flexible. Although we had margins build-in for our transportation, things were pretty close due a coincidence of events, such as strikes and unexpected extremely slow transport in India. We arrived at the border 25 minutes before closing time and the train in Patna had, luckily, some delay, since we arrived about 5 minutes to late at the train station.

We made it to Calcutta, were we took a small but definitely well-earned two-day break.

Over verdragen en vertragen
Share this