/ Turkije

Twee Turkse doornen voor Armenië

Dat de Turken geen vrienden maken door hun irrigatiebeleid, dat was al duidelijk, maar ook op andere vlakken zijn ze niet altijd even vriendelijk voor hun buren. De bijna volledig verwoeste en op Turkse bodem liggende voormalige hoofdstad van Armenië moet een doorn in het oog zijn van de Armenen. De Turken hadden het de Armenen ook al gelapt met de met sneeuw bedekte heilige berg mount Ararat, een voormalige Armeense trots.

Er zou dichtbij Van een nieuwe grensovergang met Iran open zijn dit jaar, die veiliger zou zijn. We kozen echter toch voor de klassieke grensovergang en maken nog een ommetje via Kars om de voormalige Armeense hoofdstad te bezoeken, vlakbij de grens met Armenië. We mogen trouwens niet te dicht bij de rivier; dat is te dicht bij de Armeense grens, en bijgevolg gevaarlijk militair gebied. De patriotische Turken trekken zich niet teveel aan van de Armenen en plantten met plezier de trotse Turkse vlag op het hoogste punt van deze archeologische site. Het moet een gigangische stad geweest zijn, maar nu blijven daar voornamelijk rotsblokken van over, met hier en daar nog een half ingestort gebouw. Heel mooi maar ook schrijnend om de verwoestingen te zien. Er zullen wel heel wat gevechten plaatsgevonden hebben in en rond de stad Ani.

We trekken verder naar de grens naar Doğubeyazıt, de laatste stad voor de grens met Iran. Van hieruit hebben we zicht op het Ararat-plateau dat hier zomaar uit de grond schiet. De wolken bedekken de meer dan 5137 meter hoge top. Deze heilige berg - de ark van Noah zou hier gestrand zijn - staat op een variant van de vlag van Armenië, maar de berg zelf staat ondertussen op Turks grondgebied. Zeker de moeite om deze eens te beklimmen voor de liefhebbers, maar let goed op bij wie je je expeditie naar de top boekt: de Denen die we eerder tegenkwamen hebben de klim met succes gedaan, maar zij, en de anderen die mee waren, hebben wel wat problemen gehad met tenten, eten, ... .

In Doğubeyazıt bezoeken we nog een paleis dat uit duizend-en-één nacht weggeplukt lijkt te zijn en we zijn zo goed als klaar voor de oversteek naar Iran. We hadden al heel wat zitten rekenen en tellen, want geld wisselen kost geld, dus willen we niet teveel overhouden. De laatste keer haalden we geld af in Van en nu moeten we zo weinig mogelijk over zien te houden. We moeten nog 1 nacht (inclusief ontbijt) betalen in het heel aangename hotel, dat meer aan een hostel doet denken - eindelijk eens de gezelligheid van een hostel - en we moeten morgen nog de bus nemen naar de 35km verder liggende grensovergang. Daar moeten we nog een taxi nemen over een afstand van ongeveer 1 km (wandelen is aan dat stuk van de grens blijkbaar verboden) en dus is de volgende vraag: 'Rarara, hoeveel Turkse lire hebben we nu, op het moment van het typen van deze blog, nog over?'

(Het antwoord op de vorige vraag, die pas gisteren online stond, komt later nog... )

Twee Turkse doornen voor Armenië
Share this