/ Turkije

'Two Kurt, one Ruth'

Na de warmtestage van de afgelopen week, trokken we naar een iets meer verfrissende hoogte bij 'Lake Van'. Aangezien we van west naar oost trekken, verbleven we eerst een aantal nachten aan de westelijke zijde van het ongeveer 3750 vierkante kilometer grote meer, gelegen bij de uitgedoofde vulkaan Nemrut Daği - nee, niet dezelfde als die andere :). Het was een licht surrealistisch verblijf, maar we hebben er ontzettend van kunnen genieten.

In Midyat de bus op naar Batman, en van Batman naar Tatvan. Een tweetal uur voor aankomst in Tatvan vonden we het wat fris worden. Het was dan ook maar 36°C meer... Dergelijke lage temperaturen zijn we niet meer gewoon, maar het deed wel deugd.

Dat we deels door toeval, deels door ervaring - afstappen waar je een aantal hotels ziet en dan gokken welke een goedkoop maar proper hotelleke zal zijn met 's nachts niet teveel lawaai - in een behoorlijk goed hotel terecht gekomen zijn, was een aangename meevaller. We kozen de duurdere kamer, met eigen douche en toilet, waarbij we nog wat van de prijs konden afdoen na tussenkomst van een zekere Faruk, die relatief goed Engels kon.

Tjah, Faruk... : 'French people are like a fridge, but you are like an oven.' (tegen Ruth). Na het vragen van de namen, ging het helemaal de goede kant op: Kurt betekent ook 'Koerd' in het Koerdisch, en Faruk is een Koerd. Ruth blijkt 'naakt' of 'ontkleden' of 'strippen' te betekenen in het Koerdisch, en de 'two Kurt, one Ruth' werd de volgende dagen meermaals herhaald. Tot hij vertelde dat Faruk in het Arabisch ook 'blij' zou betekenen en plots was Kurt ook Faruk, en Faruk was een Kurt etc.

Dankzij Faruk kregen we de kamer voor minder centen en konden we de uitstap naar Nemrut Daği aan de helft van de prijs meedoen. Normaal zouden we de zondag meegaan met een Deens gezin naar de uitgedoofde vulkaan, maar wegens maag-darmproblemen van iemand van de familie, werd dat een dag uitgesteld. We konden dus gratis mee met Faruk en de Denen naar een leuk plaatsje langs het meer om te zwemmen. Enigste voorwaarde: we moesten doen alsof we voor de tweede keer in Tatvan waren en we op bezoek waren bij onze 'vriend Faruk'. Een kleine 'travel-lie' zoals Faruk het noemde, maar het was voor de goede zaak (zijnde wij, arme toeristen die een jaar lang op reis zijn).

Een echte lazy sunday werd het: een relatief mooi plaatsje aan het meer zoeken, wat eten en zwemmen (in het zoute water), en dat was het ongeveer voor die dag. 's Avonds had Faruk nog een verrassing in petto: we moesten met hem mee gaan eten - ondertussen werden de gesprekken vooral met Ruth gevoerd, niet meer met Kurt zoals dat in het begin het geval was :). De visjes uit Lake Van(?) die we kregen (en normaal niet geserveerd werden in dat restaurant) hebben bijzonder gesmaakt.

Maandag opnieuw mee met Faruk, en aan de helft van de prijs, naar Nemrut Daği. De vulkaan is in 1441 voor christus voor de laatste keer uitgebarsten en daarbij is zo'n 1400 meter berghoogte verdwenen. Nu is de hoogste top nog ruim 3000 m. De krater zelf is 48 vierkante kilometer groot en bevat vijf meren. Van op de kraterrand heb je er een prachtig uitzicht op. Echt mooi, mooi, mooi. Het was maandag - geen zwemdag voor de oplettende bloglezer - maar toch hebben we een behoorlijk eind gezwommen, naar schatting zo'n 800 m in het koude water, over en weer naar een eiland in het grootste, 7 km lange meer.

Het was die maandag 1 augustus, de eerste dag van de Ramadan: 16 uur niet eten, tussen 19u30 en 3u30 mag je je volledig laten gaan maar wij mochten daar lustig aan zondigen. Om 19u15 gingen we de stad in om iets te zoeken om te eten. Het is grappig om te zien hoe het stadsleven plots verandert van luizig niets doen naar het bevredigen van het knagende hongergevoel: iedereen die niet aan een restaurantje zit te wachten, loopt rond met plastic zakken vol met eten.
Om 19u30 horen we de imam door de minaret schallen en dat is het teken voor: aanvallen! Binnen de 10 seconden wordt het brood aan de tafels gebracht en kan het schranzen beginnen. De manden brood staan nog niet op tafel, of ze zijn bijna leeg. Eten doen ze hier altijd vlug: tegen 19u45-20u00 is iedereen klaar en gaan ze de rest van de avond/nacht theetjes slurpen (we zien trouwens bijna alleen mannen in het straatbeeld). Als dat bij ons zou zijn, dan beginnen we te eten rond 19u30, blijven we eten en drinken tot 3u30 en slapen we de dag erna onze roes uit, en dat doen we een maand lang.

Op zoek naar een restaurant passeren we een winkeltje waar een drietal mannen hun laatste happen naar binnen spelen. Ze zien ons en nodigen ons uit om mee te eten - tijdens de Ramadan wordt er exra moeite gedaan om een 'goede daad' te verrichten, en blijkbaar zagen we er hongerig uit. We eten (alweer gratis) mee. Na wat vragen en uitbeelden blijkt dat we kalfslever aan het eten zijn. Eerlijk gezegd, het smaakte lekkerder toen we nog niet wisten wat die zachte brokken vlees waren. Na de maaltijd worden we uitgenodigd voor thee (uiteraard) en blijven we nog wat praten, waarbij de licht surrealistische gebeurtenissen elkaar opvolgen met als gevolg 'Rarara, wat is er anders aan Ruth?' (we zijn streng deze keer).

Rarara, wat is er anders aan Ruth?

Flink zo, Elise en nonkel Yvan! Het is heel zeker de Tigris. We trachten het iets moeilijker te maken...

'Two Kurt, one Ruth'
Share this